СловникиФорумКонтакти

   Російська
Google | Forvo | +
до фраз
любить дієсл.наголоси
заг. een zwak voor iem. hebben (кого-л.); beminnen; fel op iets zijn (что-л.); iem. gaarne zien (кого-л.); iets graag hebben; liefhebben; lijden; lusten; minnen; mogen; van iets, iem. houden (что-л., кого-л.); verzot zijn op (кого-л., что-л.); houden van (Hij houdt van Belgisch bier en frieten. 4uzhoj)
діал. graag zien (=houden van, liefhebben , beminnen Сова)
поет. lieven
любить: 40 фраз в 5 тематиках
Грубо1
Загальна лексика32
Приказка4
Розмовна лексика2
Сленг1