СловникиФорумКонтакти

   Російська
Google | Forvo | +
до фраз
гулять дієсл.наголоси
заг. aan de boemel zijn; aan de wandel zijn; een wandeling doen; flierefluiten; gaan wandelen; kuieren; rondwandelen; tippelen; wandelen; aan de zwier gaan, zijn (ЛА)
гуляющий дієприкм.
заг. wandelaar
гулять: 4 фрази в 1 тематиці
Загальна лексика4