SłownikiForumKontakt

   Niderlandzki
Google | Forvo | +
rzeczownik | czasownik | do fraz
ui makcenty
bot. лук; луковица; шутка; анекдот
uitrekken czas.
posp. вытягивать; протягивать; вытягиваться; потягиваться (YaP)
micr. растянуть
uitreden czas.
mor. снабжать; вооружать (судно)
uigetreden czas.
posp. вышедший на пенсию (=uit·tre·den (trad uit, is uitgetreden) 1 uit iets naar buiten treden 2 stoppen met werken 3(van de ziel) buiten het lichaam treden Сова)
Uitrekken czas.
micr. растяжение
ui: 7 do fraz, 2 tematyki
Microsoftu5
Pospolicie2