propriétaire abbr. | |
commun. IT | eigenaar van een netwerkverbinding |
comp., MS | eigenaar |
exploitant abbr. | |
gen. | landbouwer |
agric. | bedrijfshoofd; landbouwondernemer; bedrijfsleider |
commun. IT | exploitatiemaatschappij |
transp. | openbaar vervoer exploitant; openbaar vervoer autoriteit |
| |||
eigenaar van een netwerkverbinding | |||
eigenaar m | |||
besteder m; aanbesteder m; opdrachtgever m; bouwheer (m ou f) |
proprietaire : 128 phrases in 23 subjects |