DictionaryForumContacts

   English Dutch +
Google | Forvo | +

noun | verb | to phrases

ticket

['tɪkɪt] n
gen. toegangskaartje n; gesprekkenbriefje n; toegangsbewijs n; toegangsbiljet n
econ. plaatsbewijs n
transp. kaartje n; reisbiljet n; vervoerbewijs n
tickets n
gen. plaatsbewijzen tickets
ticketing ['tɪkɪtɪŋ] v
comp., MS ticketsysteem (A system for tracking tasks and requests based on tickets)
stat., commun., scient. registratie op gesprekkenbriefjes
transp. biljetuitgifte; reisbiljettenverkoop; plaatskaartenkantoor
 English thesaurus
ticket ['tɪkɪt] abbr.
abbr. tix
abbr., AmE party list (Alexander Demidov)
abbr., taboo get; getting
ticket
: 283 phrases in 20 subjects
Communications21 Information technology3 Microsoft1
Cultural studies9 Insurance1 Patents7
Economics1 Labor law1 Social science1
Finances2 Law1 Statistics1
General17 Marketing1 Technology2
Hobbies and pastimes8 Mathematics1 Transport199
Industry4 Mechanic engineering2