start

[stɑ:t] v

opstarten (To start or reset a computer by turning the power on, by pressing a reset button on the computer case, or by issuing a software command to restart)

mater.sc., mech.eng.

aan de gang brengen; aan de gang zetten

starting ['stɑ:tɪŋ] adj.

agric.

openen; aanploegen; aanruggen; aanvoren; beginvoor maken

starting

: 286 phrases in 34 subjects

Agriculture	12
Antennas and waveguides	2
Automated equipment	3
Business	2
Chemistry	7
Coal	1
Communications	11
Computer numerical control	2
Earth sciences	27
Economics	9
Electronics	26
Environment	1
Finances	2
General	7
Government, administration and public services	1
Health care	2
Industry	5
Information technology	6
Insurance	1
Law	7
Life sciences	1
Marketing	6
Materials science	1
Measuring instruments	2
Mechanic engineering	77
Medical	1
Metallurgy	11
Microsoft	7
Mineral products	2
Nuclear physics	1
Pharmacy and pharmacology	1
Statistics	1
Technology	3
Transport	38


sequence
comp., MS	reeks
dat.proc.	keten; monotonie; reeks; serie; string
IT tech.	in nummervolgorde brengen; sorteervolgorde; volgorde
life.sc.	nucleotidevolgorde


starting
agric.	openen; aanploegen; aanruggen; aanvoren; beginvoor maken
mater.sc. mech.eng.	aanloop; start
mech.eng. el.	aanlopen
transp.	aanslaan; starten