Terms for subject General containing Poder

Spanish	Dutch
abuso de poder	misbruik van functie
abuso de poder	misbruik van positie
abuso de poder	ambtsmisbruik
condición exigida para poder optar a las ayudas	voorwaarden voor de financiering van de steun
el Consejo dispondrá de un poder de decisión	de Raad heeft beslissingsbevoegdheid
falta del poder de copulación en el hombre	onvermogen tot geslachtsgemeenschap
poder acogerse a la protección de las autoridades diplomáticas y consulares de qualquier Estado miembro	de bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van iedere andere lidstaat genieten
poder adjudicador	aanbestedende overheidsdienst
poder adjudicador	aanbestedende dienst
poder capacidad sexual poder de un medicamento para producir los efectos deseados capacidad del embrión para desarrollarse	kracht
poder comburente	stoïchiometrische lucht/brandstofverhouding
poder comburente	stoïchiometrische brandstof-luchtverhouding
poder de adhesión	kleefvermogen
poder de adhesión	hechtvermogen
poder de codecisión	medebeslissingsrecht
poder hinchante	zwelvermogen
poder público	openbaar lichaam
proyectil antitanque de alto poder explosivo	tankgranaat
proyectil antitanque de alto poder explosivo	pantserprojectiel
resolver sobre las impugnaciones que se hayan podido presentar	beslissen over eventuele ingebrachte bezwaren
voto por poder	stemming bij volmacht