Terms containing compter

Subject	French	Dutch
math.	compter de distribution	frequentieverdeling van het aantal gebeurtenissen
law	dans un délai d'un mois à compter de ce vote	binnen een termijn van een maand na deze stemming
gen.	dans un délai d'un mois à compter de ce vote	binnen een termijn van een maand nadat deze stemming heeft plaatsgevonden
gen.	dans un délai d'un mois à compter de la requête	binnen een maand na gedaan verzoek
polit., law	délai à compter à partir du moment où survient un événement ou s'effectue un acte	termijn die ingaat op het ogenblik waarop een gebeurtenis of een handeling plaatsvindt
law	la Commission présente sa requête dans un délai de deux mois à compter de la notification	de Commissie dient haar verzoek in binnen twee maanden na de kennisgeving
gov., sociol.	le droit à la pension naît à compter du	het recht op pensioen ontstaat op
gov., sociol.	le droit à la pension naît à compter du	het recht op pensioen gaat in op
gov., sociol.	le droit à la pension prend effet à compter du	het recht op pensioen ontstaat op
gov., sociol.	le droit à la pension prend effet à compter du	het recht op pensioen gaat in op
law	les délais d'introduction des recours ne courent qu'à compter de cette même date	de termijnen voor het instellen van beroep beginnen eerst op dit zelfde tijdstip te lopen
market.	machine à compter et à décompter les pièces de monnaie	geldtelmachine
gen.	machine à compter la monnaie	munttelmachine
gen.	machine à compter les billets de banque	bankbiljettentelmachine
industr.	machine à compter les pièces de monnaie	machine voor het tellen van geld
gen.	machines à compter et trier l'argent	machines voor het tellen en sorteren van geld
gen.	plateaux pour ranger et compter la monnaie	borden voor het sorteren en tellen van geld
gen.	poste vacant à compter du	post vacant per
gen.	à compter du jour où le requérant a pris connaissance de l'acte	van de dag waarop de verzoeker van de handeling heeft kennis gekregen