| |||
afvagen; wegvegen; afdoen; afschuren; afvegen; afwrijven; doorlopen (ноги); raderen (резинкой); uitdoen (написанное); uitgommen (резинкой); uitslijten; uitvlakken; uitwassen (бельё); uitwissen; wassen (бельё); wegdoezelen; wegmaken; wegvagen; wegwissen; wissen (Krolik) | |||
afslijten | |||
| |||
afslijten; verbleken (из памяти); verslijten; vervagen | |||
| |||
gummen (Authorized1) |
стирать: 5 phrases in 1 subject |
General | 5 |