| |||
bederven; ontzetten; rotten; verderven; verslijten; verworden | |||
| |||
schennen; bederven; beschadigen; broddelen; kapotmaken; mismaken; misvormen; schenden; iem. 't leven zuur maken; verbruien; verderven; verdraaien; vergallen (жизнь, настроение); verhaspelen; verknallen (IMA); interfereren (Aicha L.) |
портиться: 12 phrases in 2 subjects |
General | 10 |
Proverb | 2 |