DictionaryForumContacts

   Russian Dutch
Google | Forvo | +

verb | verb | to phrases
начинать vstresses
gen. aan de gang brengen; aanbreken (бочку, бутылку); aanheffen (петь или говорить); aansteken (бочку); aanvangen; acquit geven; beginnen; openen (собрание); tijgen; zetten; preluderen (ms.lana); starten (Wif); aanpakken (Wieringa)
fig. van wal steken
начинаться v
gen. aan de gang zijn; aanbreken; aangaan; aanvangen; beginnen; een aanvang nemen; ingaan; invallen (о погоде, времени); inzetten; ontspringen; zich ontspinnen; van start gaan (Сова)
начинающая prtc.
gen. beginnelinge
начиная: 37 phrases in 5 subjects
Dialectal1
Figurative4
General30
Microsoft1
Military1