| |||
beheren; beschikken; bevelen; de baas spelen; de beschikking hebben (over-кем-л., чем-л.); disponeren (over-чем-л.); gebieden (over-чем-л.); het bevel voeren over (кем-л.); iem. onder de plak houden (кем-л.); indelen (YM) |
распоряжаться: 4 phrases in 3 subjects |
Education | 1 |
General | 2 |
Informal | 1 |