DictionaryForumContacts

   Russian Dutch
Google | Forvo | +
работающий
 работать
gen. aan de slag zijn; arbeiden; bezig zijn; bij werken; functioneren; in betrekking zijn
south.Dutch. wrochten
| на
 на
gen. per
| ставке
 ставка
gen. het grote hoofdkwartier
| получающий
 получаться
gen. lukken
| ежемесячное
 ежемесячный
gen. maandelijks
| жалование
 жалование
gen. traktement

verb | adjective | to phrases
работать vstresses
gen. aan de slag zijn; arbeiden; bezig zijn (aan-над); bij iem. werken (у кого-л.); functioneren; in betrekking zijn; werken; lopen h, z (о механизме); gaan (ms.lana)
idiom. geen fluit uitvoeren (Сова)
south.Dutch. wrochten
работающий adj.
gen. dienstdoend (I. Havkin)
упорно работать v
gen. aanpoten (Chelemi)
работающий: 117 phrases in 13 subjects
Antennas and waveguides2
Belgian usage1
Environment8
Figurative1
Figure of speech1
General89
Idiomatic1
Informal2
Law1
Microsoft7
Proverb2
Saying1
Technology1