 |
противиться
| воспротивиться
| противиться | |
| gen. | tegenstribbelen; trotsen; afkerig zijn van; braveren; in de contramine zijn; kribben |
| воспротивиться | |
| gen. | op zijn achterste poten gaan staan |
| |||
| tegenstribbelen; trotsen; afkerig zijn van (чему-л.); braveren; in de contramine zijn; kribben; tegen iets gekant zijn (чему-л.); tegen iets te keer gaan; tegengaan (чему-л.); tegenkanten; tegenspartelen (чему-л.); tegensputteren; tegenstreven; trotseren; weerstreven; zich aankanten (tegen-чему-л.); zich kanten tegen | |||
| Russian thesaurus | |||
| |||
| противительный | |||
| противиться: 2 phrases in 2 subjects |
| General | 1 |
| Idiomatic | 1 |