| |||
aan de boemel zijn; aan de sjouw zijn; aan de zwabber zijn; boemelen; brassen; fuiven; maroderen; op de sjouw zijn; pierewaaien; sjouwen; slampampen; slempen; zwieren; aan de zwier gaan, zijn (ЛА) | |||
aan de rol zijn; aan de rol gaan | |||
op marode gaan | |||
| |||
flierefluiten | |||
Russian thesaurus | |||
| |||
деепр. от кутить |