DictionaryForumContacts

   English
Google | Forvo | +
noun | verb | to phrases
trimming ['trɪmɪŋ] n
commun., met. afsnijdsel; afvijlsel n
met. besnijden
met., mech.eng. afbramen
wood. op maat brengen
trimmings n
agric. snijafval
industr., construct. passementwerk n; kantjes n
mater.sc. snijresten
stat., fin., agric. afvalhout bij het vellen van bomen
tech., industr., construct. rijfels m
trimming ['trɪmɪŋ] v
agric. nadunnen
agric., industr. calibrage
anim.husb., food.ind. presenteren; schoonmaken; uitsnijden; wegsnijden
commun., met. het overtollige
construct. raveling
fish.farm. bljwerken
immigr., tech. schoonsnijden
industr. passementswerk
industr., construct. garnering; garneersel; garnituur; garneren; opmaken; kantrechten
math. trimmen; snoeien
met., mech.eng. afwerken van kanten
stat. terugvouwen
transp. sierlijst; disselen af; keepfrezen
transp., construct. gelijkmaken
wood. passend maken
trim [trɪm] v
comp., MS knippen (To hide parts of a file or clip without deleting them from the original source. Files and clips can be trimmed by adjusting the start or end trim point)
 English thesaurus
trimming ['trɪmɪŋ] n
tech., abbr. trmg
Trimming ['trɪmɪŋ] abbr.
abbr., insur. trim
trimming: 104 phrases in 22 subjects
Agriculture12
Astronautics1
Automated equipment2
Aviation1
Coal2
Construction5
Cultural studies1
Earth sciences3
Electronics5
Environment4
Forestry2
General7
Industry29
Information technology2
Leather1
Mechanic engineering4
Metallurgy8
Microsoft1
Natural sciences2
Technology4
Transport6
Wood processing2