DictionaryForumContacts

   English Dutch
Google | Forvo | +
translation from other languages
Dutch
opening
 opening
arts. opening
construct. doorstroomopening
fin. aanvang van de beurs
fish.farm. keel; netopening
industr. construct. openen
life.sc. gat; passage
mech.eng. smeergaatje
med. stoma
| van
 van
transp. kleine vrachtauto
een kring
- only individual words found

noun | verb | adjective | to phrases
opening ['əup(ə)nɪŋ] n
agric. open plaats in het bos
el. foutieve uitschakeling
mech.eng. oliegaatje n
openings n
ed. plaatsingsmogelijkheden f
open ['əupən] v
med. open
to open ['əupən] v
IT, tech. laden
opening ['əup(ə)nɪŋ] adj.
gen. doorbraak
agric. aanploegen; aanruggen; aanvoren; beginvoor maken
arts. opening
construct. doorstroomopening
fin. aanvang van de beurs
fish.farm. keel; netopening; enkel; netmond
industr., construct. openen
lab.law. werkaanbieding
life.sc. gat; passage
mech.eng. smeergaatje
med. stoma
transp., construct. haveningang
transp., nautic., tech. doorvoering
opening of proceedings ['əup(ə)nɪŋ] adj.
law inleiding van de procedure
 English thesaurus
opening ['əup(ə)nɪŋ] abbr.
abbr. c.o.b. (Vosoni)
Opening ['əup(ə)nɪŋ] adj.
physiol., abbr. O
opening: 437 phrases in 36 subjects
Accounting6
Agriculture32
Automated equipment2
Business8
Chemistry6
Communications12
Construction18
Criminal law1
Earth sciences12
Economy5
Education2
Electronics22
Finances30
Fish farming pisciculture8
General31
Hobbies and pastimes9
Hydraulics2
Industry21
Information technology10
Insurance2
Labor law4
Law14
Life sciences2
Marketing12
Materials science8
Mechanic engineering26
Medical35
Metallurgy20
Microsoft7
Mineral products1
Municipal planning8
Pharmacy and pharmacology2
Politics2
Taxes1
Technology3
Transport53