DictionaryForumContacts

Morphology analysis
samenvoegenen (89) | Verb
1 samenvoegenen
2 samenvoegenend
3 gesamenvoegend
4 samenvoegen
5 samenvoegent
6 samenvoegent
7 samenvoegenen
8 samenvoegenen
9 samenvoegenen
10 gesamenvoegend
11 gesamenvoegend
12 gesamenvoegend
13 gesamenvoegend
14 gesamenvoegend
15 gesamenvoegend
16 samenvoegende
17 samenvoegende
18 samenvoegende
19 samenvoegenden
20 samenvoegenden
21 samenvoegenden
22 gesamenvoegend
23 gesamenvoegend
24 gesamenvoegend
25 gesamenvoegend
26 gesamenvoegend
27 gesamenvoegend
28 samenvoegenen
29 samenvoegenen
30 samenvoegenen
31 samenvoegenen
32 samenvoegenen
33 samenvoegenen
34 gesamenvoegend
35 gesamenvoegend
36 gesamenvoegend
37 gesamenvoegend
38 gesamenvoegend
39 gesamenvoegend
40 samenvoegenen
41 samenvoegenen
42 samenvoegenen
43 samenvoegenen
44 samenvoegenen
45 samenvoegenen
46 gesamenvoegend
47 gesamenvoegend
48 gesamenvoegend
49 gesamenvoegend
50 gesamenvoegend
51 gesamenvoegend
52 samenvoegen
SAMENVOEGEN | Abbreviation
SAMENVOEGEN
samenvoeg | Noun, feminine
samenvoeg singular singular
samenvoegen plural plural
samenvoegen (694) | Verb
1 samenvoegen
2 samenvoegend
3 samengevoegd
4 samen
5 samen
6 samen
7 samen
8 samen
9 samen
10 samengevoegd
11 samengevoegd
12 samengevoegd
13 samengevoegd
14 samengevoegd
15 samengevoegd
16 samen
17 samen
18 samen
19 samen
20 samen
21 samen
22 samengevoegd
23 samengevoegd
24 samengevoegd
25 samengevoegd
26 samengevoegd
27 samengevoegd
28 samenvoegen
29 samenvoegen
30 samenvoegen
31 samenvoegen
32 samenvoegen
33 samenvoegen
34 samengevoegd
35 samengevoegd
36 samengevoegd
37 samengevoegd
38 samengevoegd
39 samengevoegd
40 samenvoegen
41 samenvoegen
42 samenvoegen
43 samenvoegen
44 samenvoegen
45 samenvoegen
46 samengevoegd
47 samengevoegd
48 samengevoegd
49 samengevoegd
50 samengevoegd
51 samengevoegd
52 samen