DictionaryForumContacts

Morphology analysis
samentrekken (99) | Verb
1 samentrekken
2 samentrekkend
3 samengetrokken
4 samen
5 samen
6 samen
7 samen
8 samen
9 samen
10 samengetrokken
11 samengetrokken
12 samengetrokken
13 samengetrokken
14 samengetrokken
15 samengetrokken
16 samen
17 samen
18 samen
19 samen
20 samen
21 samen
22 samengetrokken
23 samengetrokken
24 samengetrokken
25 samengetrokken
26 samengetrokken
27 samengetrokken
28 samentrekken
29 samentrekken
30 samentrekken
31 samentrekken
32 samentrekken
33 samentrekken
34 samengetrokken
35 samengetrokken
36 samengetrokken
37 samengetrokken
38 samengetrokken
39 samengetrokken
40 samentrekken
41 samentrekken
42 samentrekken
43 samentrekken
44 samentrekken
45 samentrekken
46 samengetrokken
47 samengetrokken
48 samengetrokken
49 samengetrokken
50 samengetrokken
51 samengetrokken
52 samen