DictionaryForumContacts

Morphology analysis
rijden (106) | Noun, neuter
rijden singular singular
rijen (1347) | Verb
1 rijen
2 rijend
3 gerijd
4 rij
5 rijt
6 rijt
7 rijen
8 rijen
9 rijen
10 gerijd
11 gerijd
12 gerijd
13 gerijd
14 gerijd
15 gerijd
16 rijde
17 rijde
18 rijde
19 rijden
20 rijden
21 rijden
22 gerijd
23 gerijd
24 gerijd
25 gerijd
26 gerijd
27 gerijd
28 rijen
29 rijen
30 rijen
31 rijen
32 rijen
33 rijen
34 gerijd
35 gerijd
36 gerijd
37 gerijd
38 gerijd
39 gerijd
40 rijen
41 rijen
42 rijen
43 rijen
44 rijen
45 rijen
46 gerijd
47 gerijd
48 gerijd
49 gerijd
50 gerijd
51 gerijd
52 rij
rijmen (7) | Verb
1 rijmen
2 rijmend
3 rijd
4 rij
5 rijt
6 rijt
7 rijmen
8 rijmen
9 rijmen
10 rijd
11 rijd
12 rijd
13 rijd
14 rijd
15 rijd
16 rijde
17 rijde
18 rijde
19 rijden
20 rijden
21 rijden
22 rijd
23 rijd
24 rijd
25 rijd
26 rijd
27 rijd
28 rijmen
29 rijmen
30 rijmen
31 rijmen
32 rijmen
33 rijmen
34 rijd
35 rijd
36 rijd
37 rijd
38 rijd
39 rijd
40 rijmen
41 rijmen
42 rijmen
43 rijmen
44 rijmen
45 rijmen
46 rijd
47 rijd
48 rijd
49 rijd
50 rijd
51 rijd
52 rij
rijden (6) | Verb
1 rijden
2 rijdend
3 gereden
4 rijd
5 rij
6 rijdt
7 rijdt
8 rijden
9 rijden
10 rijden
11 gereden
12 gereden
13 gereden
14 gereden
15 gereden
16 gereden
17 reed
18 reed
19 reed
20 reden
21 reden
22 reden
23 gereden
24 gereden
25 gereden
26 gereden
27 gereden
28 gereden
29 rijden
30 rijden
31 rijden
32 rijden
33 rijden
34 rijden
35 gereden
36 gereden
37 gereden
38 gereden
39 gereden
40 gereden
41 rijden
42 rijden
43 rijden
44 rijden
45 rijden
46 rijden
47 gereden
48 gereden
49 gereden
50 gereden
51 gereden
52 gereden
53 rijd
54 rij
rijden (429) | Verb
1 aanrijden
2 aanrijdend
3 aangereden
4 rijd
5 rijdt
6 rijdt
7 rijden
8 rijden
9 rijden
10 aangereden
11 aangereden
12 aangereden
13 aangereden
14 aangereden
15 aangereden
16 reed
17 reed
18 reed
19 reden
20 reden
21 reden
22 aangereden
23 aangereden
24 aangereden
25 aangereden
26 aangereden
27 aangereden
28 aanrijden
29 aanrijden
30 aanrijden
31 aanrijden
32 aanrijden
33 aanrijden
34 aangereden
35 aangereden
36 aangereden
37 aangereden
38 aangereden
39 aangereden
40 aanrijden
41 aanrijden
42 aanrijden
43 aanrijden
44 aanrijden
45 aanrijden
46 aangereden
47 aangereden
48 aangereden
49 aangereden
50 aangereden
51 aangereden
52 rijd
rijden (686) | Verb
1 rijden
2 rijdend
3 gereden
4 #
5 #
6 #
7 #
8 #
9 #
10 gereden
11 gereden
12 gereden
13 gereden
14 gereden
15 gereden
16 #
17 #
18 #
19 #
20 #
21 #
22 gereden
23 gereden
24 gereden
25 gereden
26 gereden
27 gereden
28 rijden
29 rijden
30 rijden
31 rijden
32 rijden
33 rijden
34 gereden
35 gereden
36 gereden
37 gereden
38 gereden
39 gereden
40 rijden
41 rijden
42 rijden
43 rijden
44 rijden
45 rijden
46 gereden
47 gereden
48 gereden
49 gereden
50 gereden
51 gereden
52 #