DictionaryForumContacts

Morphology analysis
oploop (40) | Noun, masculine
oploop singular singular
oplopen plural plural
oplopen (94) | Verb
1 oplopen
2 oplopend
3 oplopen
4 oploop
5 oploopt
6 oploopt
7 oplopen
8 oplopen
9 oplopen
10 oplopen
11 oplopen
12 oplopen
13 oplopen
14 oplopen
15 oplopen
16 opliep
17 opliep
18 opliep
19 opliepen
20 opliepen
21 opliepen
22 oplopen
23 oplopen
24 oplopen
25 oplopen
26 oplopen
27 oplopen
28 oplopen
29 oplopen
30 oplopen
31 oplopen
32 oplopen
33 oplopen
34 oplopen
35 oplopen
36 oplopen
37 oplopen
38 oplopen
39 oplopen
40 oplopen
41 oplopen
42 oplopen
43 oplopen
44 oplopen
45 oplopen
46 oplopen
47 oplopen
48 oplopen
49 oplopen
50 oplopen
51 oplopen
52 oploop
oplopen (200) | Verb
1 oplopen
2 oplopend
3 opgelopen
4 op
5 op
6 op
7 op
8 op
9 op
10 opgelopen
11 opgelopen
12 opgelopen
13 opgelopen
14 opgelopen
15 opgelopen
16 op
17 op
18 op
19 op
20 op
21 op
22 opgelopen
23 opgelopen
24 opgelopen
25 opgelopen
26 opgelopen
27 opgelopen
28 oplopen
29 oplopen
30 oplopen
31 oplopen
32 oplopen
33 oplopen
34 opgelopen
35 opgelopen
36 opgelopen
37 opgelopen
38 opgelopen
39 opgelopen
40 oplopen
41 oplopen
42 oplopen
43 oplopen
44 oplopen
45 oplopen
46 opgelopen
47 opgelopen
48 opgelopen
49 opgelopen
50 opgelopen
51 opgelopen
52 op