DictionaryForumContacts

Morphology analysis
meeval (1) | Noun, neuter
meeval singular singular
meevallen plural plural
meevallen (5) | Verb
1 meevallen
2 meevallend
3 meegevallen
4 mee
5 mee
6 mee
7 mee
8 mee
9 mee
10 meegevallen
11 meegevallen
12 meegevallen
13 meegevallen
14 meegevallen
15 meegevallen
16 mee
17 mee
18 mee
19 mee
20 mee
21 mee
22 meegevallen
23 meegevallen
24 meegevallen
25 meegevallen
26 meegevallen
27 meegevallen
28 meevallen
29 meevallen
30 meevallen
31 meevallen
32 meevallen
33 meevallen
34 meegevallen
35 meegevallen
36 meegevallen
37 meegevallen
38 meegevallen
39 meegevallen
40 meevallen
41 meevallen
42 meevallen
43 meevallen
44 meevallen
45 meevallen
46 meegevallen
47 meegevallen
48 meegevallen
49 meegevallen
50 meegevallen
51 meegevallen
52 mee