DictionaryForumContacts

Morphology analysis
invoer (1083) | Noun, masculine
invoer singular singular
invoeren plural plural
invaren (3240) | Verb
1 invaren
2 invarend
3 invaren
4 invaar
5 invaart
6 invaart
7 invaren
8 invaren
9 invaren
10 invaren
11 invaren
12 invaren
13 invaren
14 invaren
15 invaren
16 invoer
17 invoer
18 invoer
19 invoeren
20 invoeren
21 invoeren
22 invaren
23 invaren
24 invaren
25 invaren
26 invaren
27 invaren
28 invaren
29 invaren
30 invaren
31 invaren
32 invaren
33 invaren
34 invaren
35 invaren
36 invaren
37 invaren
38 invaren
39 invaren
40 invaren
41 invaren
42 invaren
43 invaren
44 invaren
45 invaren
46 invaren
47 invaren
48 invaren
49 invaren
50 invaren
51 invaren
52 invaar
invoeren (583) | Verb
1 invoeren
2 invoerend
3 ingevoerd
4 in
5 in
6 in
7 in
8 in
9 in
10 ingevoerd
11 ingevoerd
12 ingevoerd
13 ingevoerd
14 ingevoerd
15 ingevoerd
16 in
17 in
18 in
19 in
20 in
21 in
22 ingevoerd
23 ingevoerd
24 ingevoerd
25 ingevoerd
26 ingevoerd
27 ingevoerd
28 invoeren
29 invoeren
30 invoeren
31 invoeren
32 invoeren
33 invoeren
34 ingevoerd
35 ingevoerd
36 ingevoerd
37 ingevoerd
38 ingevoerd
39 ingevoerd
40 invoeren
41 invoeren
42 invoeren
43 invoeren
44 invoeren
45 invoeren
46 ingevoerd
47 ingevoerd
48 ingevoerd
49 ingevoerd
50 ingevoerd
51 ingevoerd
52 in