DictionaryForumContacts

Morphology analysis
antivirusprogramma (42) | Noun, neuter
antivirusprogramma singular singular
antivirusprogramma plural plural
antivirusprogrammanen | Verb
1 aanantivirusprogrammanen
2 aanantivirusprogrammanend
3 aangeantivirusprogrammad
4 antivirusprogramma
5 antivirusprogrammat
6 antivirusprogrammat
7 antivirusprogrammanen
8 antivirusprogrammanen
9 antivirusprogrammanen
10 aangeantivirusprogrammad
11 aangeantivirusprogrammad
12 aangeantivirusprogrammad
13 aangeantivirusprogrammad
14 aangeantivirusprogrammad
15 aangeantivirusprogrammad
16 antivirusprogrammade
17 antivirusprogrammade
18 antivirusprogrammade
19 antivirusprogrammaden
20 antivirusprogrammaden
21 antivirusprogrammaden
22 aangeantivirusprogrammad
23 aangeantivirusprogrammad
24 aangeantivirusprogrammad
25 aangeantivirusprogrammad
26 aangeantivirusprogrammad
27 aangeantivirusprogrammad
28 aanantivirusprogrammanen
29 aanantivirusprogrammanen
30 aanantivirusprogrammanen
31 aanantivirusprogrammanen
32 aanantivirusprogrammanen
33 aanantivirusprogrammanen
34 aangeantivirusprogrammad
35 aangeantivirusprogrammad
36 aangeantivirusprogrammad
37 aangeantivirusprogrammad
38 aangeantivirusprogrammad
39 aangeantivirusprogrammad
40 aanantivirusprogrammanen
41 aanantivirusprogrammanen
42 aanantivirusprogrammanen
43 aanantivirusprogrammanen
44 aanantivirusprogrammanen
45 aanantivirusprogrammanen
46 aangeantivirusprogrammad
47 aangeantivirusprogrammad
48 aangeantivirusprogrammad
49 aangeantivirusprogrammad
50 aangeantivirusprogrammad
51 aangeantivirusprogrammad
52 antivirusprogramma