DictionaryForumContacts

Morphology analysis
zoek (178) | Noun, neuter
zoek singular singular
zoeken plural plural
zoeken (887) | Verb
1 aanzoeken
2 aanzoekend
3 aangezoekt
4 zoek
5 zoekt
6 zoekt
7 zoeken
8 zoeken
9 zoeken
10 aangezoekt
11 aangezoekt
12 aangezoekt
13 aangezoekt
14 aangezoekt
15 aangezoekt
16 zoekte
17 zoekte
18 zoekte
19 zoekten
20 zoekten
21 zoekten
22 aangezoekt
23 aangezoekt
24 aangezoekt
25 aangezoekt
26 aangezoekt
27 aangezoekt
28 aanzoeken
29 aanzoeken
30 aanzoeken
31 aanzoeken
32 aanzoeken
33 aanzoeken
34 aangezoekt
35 aangezoekt
36 aangezoekt
37 aangezoekt
38 aangezoekt
39 aangezoekt
40 aanzoeken
41 aanzoeken
42 aanzoeken
43 aanzoeken
44 aanzoeken
45 aanzoeken
46 aangezoekt
47 aangezoekt
48 aangezoekt
49 aangezoekt
50 aangezoekt
51 aangezoekt
52 zoek
zoeken (807) | Verb
1 zoeken
2 zoekend
3 gezocht
4 zoek
5 zoekt
6 zoekt
7 zoeken
8 zoeken
9 zoeken
10 gezocht
11 gezocht
12 gezocht
13 gezocht
14 gezocht
15 gezocht
16 zocht
17 zocht
18 zocht
19 zochten
20 zochten
21 zochten
22 gezocht
23 gezocht
24 gezocht
25 gezocht
26 gezocht
27 gezocht
28 zoeken
29 zoeken
30 zoeken
31 zoeken
32 zoeken
33 zoeken
34 gezocht
35 gezocht
36 gezocht
37 gezocht
38 gezocht
39 gezocht
40 zoeken
41 zoeken
42 zoeken
43 zoeken
44 zoeken
45 zoeken
46 gezocht
47 gezocht
48 gezocht
49 gezocht
50 gezocht
51 gezocht
52 zoek