DictionaryForumContacts

Morphology analysis
relatie (1849) | Noun, feminine
relatie singular singular
relaties plural plural
relatien | Verb
1 aanrelatien
2 aanrelatiend
3 aangerelatien
4 relatie
5 relatiet
6 relatiet
7 relatien
8 relatien
9 relatien
10 aangerelatien
11 aangerelatien
12 aangerelatien
13 aangerelatien
14 aangerelatien
15 aangerelatien
16 relatag
17 relatag
18 relatag
19 relatagen
20 relatagen
21 relatagen
22 aangerelatien
23 aangerelatien
24 aangerelatien
25 aangerelatien
26 aangerelatien
27 aangerelatien
28 aanrelatien
29 aanrelatien
30 aanrelatien
31 aanrelatien
32 aanrelatien
33 aanrelatien
34 aangerelatien
35 aangerelatien
36 aangerelatien
37 aangerelatien
38 aangerelatien
39 aangerelatien
40 aanrelatien
41 aanrelatien
42 aanrelatien
43 aanrelatien
44 aanrelatien
45 aanrelatien
46 aangerelatien
47 aangerelatien
48 aangerelatien
49 aangerelatien
50 aangerelatien
51 aangerelatien
52 relatie