DictionaryForumContacts

Morphology analysis
voorbeding (2) | Noun, neuter
voorbeding singular singular
voorbedingen plural plural
voorbedingen (2) | Verb
1 voorbedingen
2 voorbedingend
3 voorbedongen
4 voorbeding
5 voorbedingt
6 voorbedingt
7 voorbedingen
8 voorbedingen
9 voorbedingen
10 voorbedongen
11 voorbedongen
12 voorbedongen
13 voorbedongen
14 voorbedongen
15 voorbedongen
16 voorbedong
17 voorbedong
18 voorbedong
19 voorbedongen
20 voorbedongen
21 voorbedongen
22 voorbedongen
23 voorbedongen
24 voorbedongen
25 voorbedongen
26 voorbedongen
27 voorbedongen
28 voorbedingen
29 voorbedingen
30 voorbedingen
31 voorbedingen
32 voorbedingen
33 voorbedingen
34 voorbedongen
35 voorbedongen
36 voorbedongen
37 voorbedongen
38 voorbedongen
39 voorbedongen
40 voorbedingen
41 voorbedingen
42 voorbedingen
43 voorbedingen
44 voorbedingen
45 voorbedingen
46 voorbedongen
47 voorbedongen
48 voorbedongen
49 voorbedongen
50 voorbedongen
51 voorbedongen
52 voorbeding