DictionaryForumContacts

Morphology analysis
vaardig (17) | Adjective
vaardig
vaardige
vaardiger
vaardigers
vaardigere
vaardigst
vaardigste
vaardigen
vaardigen (8) | Verb
1 vaardigen
2 vaardigend
3 vaardigd
4 vaardig
5 vaardigt
6 vaardigt
7 vaardigen
8 vaardigen
9 vaardigen
10 vaardigd
11 vaardigd
12 vaardigd
13 vaardigd
14 vaardigd
15 vaardigd
16 vaardigde
17 vaardigde
18 vaardigde
19 vaardigden
20 vaardigden
21 vaardigden
22 vaardigd
23 vaardigd
24 vaardigd
25 vaardigd
26 vaardigd
27 vaardigd
28 vaardigen
29 vaardigen
30 vaardigen
31 vaardigen
32 vaardigen
33 vaardigen
34 vaardigd
35 vaardigd
36 vaardigd
37 vaardigd
38 vaardigd
39 vaardigd
40 vaardigen
41 vaardigen
42 vaardigen
43 vaardigen
44 vaardigen
45 vaardigen
46 vaardigd
47 vaardigd
48 vaardigd
49 vaardigd
50 vaardigd
51 vaardigd
52 vaardig