DictionaryForumContacts

Morphology analysis
dienen (2011) | Verb
1 dienen
2 dienend
3 died
4 die
5 diet
6 diet
7 dienen
8 dienen
9 dienen
10 died
11 died
12 died
13 died
14 died
15 died
16 diede
17 diede
18 diede
19 dieden
20 dieden
21 dieden
22 died
23 died
24 died
25 died
26 died
27 died
28 dienen
29 dienen
30 dienen
31 dienen
32 dienen
33 dienen
34 died
35 died
36 died
37 died
38 died
39 died
40 dienen
41 dienen
42 dienen
43 dienen
44 dienen
45 dienen
46 died
47 died
48 died
49 died
50 died
51 died
52 die
diepen (4211) | Verb
1 aandiepen
2 aandiepend
3 aangediet
4 die
5 diet
6 diet
7 diepen
8 diepen
9 diepen
10 aangediet
11 aangediet
12 aangediet
13 aangediet
14 aangediet
15 aangediet
16 diete
17 diete
18 diete
19 dieten
20 dieten
21 dieten
22 aangediet
23 aangediet
24 aangediet
25 aangediet
26 aangediet
27 aangediet
28 aandiepen
29 aandiepen
30 aandiepen
31 aandiepen
32 aandiepen
33 aandiepen
34 aangediet
35 aangediet
36 aangediet
37 aangediet
38 aangediet
39 aangediet
40 aandiepen
41 aandiepen
42 aandiepen
43 aandiepen
44 aandiepen
45 aandiepen
46 aangediet
47 aangediet
48 aangediet
49 aangediet
50 aangediet
51 aangediet
52 die
die (13) | Noun, masculine
die singular singular
di (11628) | Adjective
di
die
dier
diers
diere
dist
diste
dien