DictionaryForumContacts

Morphology analysis
bombarderen (33) | Verb
1 bombarderen
2 bombarderend
3 gebombardeerd
4 bombardeer
5 bombardeert
6 bombardeert
7 bombarderen
8 bombarderen
9 bombarderen
10 gebombardeerd
11 gebombardeerd
12 gebombardeerd
13 gebombardeerd
14 gebombardeerde
15 gebombardeerd
16 gebombardeerd
17 bombardeerde
18 bombardeerde
19 bombardeerde
20 bombardeerden
21 bombardeerden
22 bombardeerden
23 gebombardeerd
24 gebombardeerd
25 gebombardeerd
26 gebombardeerd
27 gebombardeerd
28 gebombardeerd
29 bombarderen
30 bombarderen
31 bombarderen
32 bombarderen
33 bombarderen
34 bombarderen
35 gebombardeerd
36 gebombardeerd
37 gebombardeerd
38 gebombardeerd
39 gebombardeerd
40 gebombardeerd
41 bombarderen
42 bombarderen
43 bombarderen
44 bombarderen
45 bombarderen
46 bombarderen
47 gebombardeerd
48 gebombardeerd
49 gebombardeerd
50 gebombardeerd
51 gebombardeerd
52 gebombardeerd
53 bombardeer