DictionaryForumContacts

Morphology analysis
koelen (380) | Verb
1 koelen
2 koelend
3 gekoeld
4 koel
5 koelt
6 koelt
7 koelen
8 koelen
9 koelen
10 gekoeld
11 gekoeld
12 gekoeld
13 gekoeld
14 gekoeld
15 gekoeld
16 koelde
17 koelde
18 koelde
19 koelden
20 koelden
21 koelden
22 gekoeld
23 gekoeld
24 gekoeld
25 gekoeld
26 gekoeld
27 gekoeld
28 koelen
29 koelen
30 koelen
31 koelen
32 koelen
33 koelen
34 gekoeld
35 gekoeld
36 gekoeld
37 gekoeld
38 gekoeld
39 gekoeld
40 koelen
41 koelen
42 koelen
43 koelen
44 koelen
45 koelen
46 gekoeld
47 gekoeld
48 gekoeld
49 gekoeld
50 gekoeld
51 gekoeld
52 koel
koel (933) | Adjective
koel
koele
koeler
koelers
koelere
koelst
koelste
koelen
koel (1) | Noun, feminine
koel singular singular
koellen plural plural
koel | Noun, masculine
koel singular singular
koeler plural plural
-
koel (1) | Noun
koel singular singular
koeler plural plural
-