DictionaryForumContacts

Morphology analysis
werken (6473) | Verb
1 werken
2 werkend
3 gewerkt
4 werk
5 werkt
6 werkt
7 werken
8 werken
9 werken
10 gewerkt
11 gewerkt
12 gewerkt
13 gewerkt
14 gewerkt
15 gewerkt
16 werkte
17 werkte
18 werkte
19 werkten
20 werkten
21 werkten
22 gewerkt
23 gewerkt
24 gewerkt
25 gewerkt
26 gewerkt
27 gewerkt
28 werken
29 werken
30 werken
31 werken
32 werken
33 werken
34 gewerkt
35 gewerkt
36 gewerkt
37 gewerkt
38 gewerkt
39 gewerkt
40 werken
41 werken
42 werken
43 werken
44 werken
45 werken
46 gewerkt
47 gewerkt
48 gewerkt
49 gewerkt
50 gewerkt
51 gewerkt
52 werk
werk (277) | Noun, neuter
werk singular singular
werken plural plural
werkzoeken (10) | Verb
1 werkzoeken
2 werkzoekend
3 werkgezocht
4 werk
5 werk
6 werk
7 werk
8 werk
9 werk
10 werkgezocht
11 werkgezocht
12 werkgezocht
13 werkgezocht
14 werkgezocht
15 werkgezocht
16 werk
17 werk
18 werk
19 werk
20 werk
21 werk
22 werkgezocht
23 werkgezocht
24 werkgezocht
25 werkgezocht
26 werkgezocht
27 werkgezocht
28 werkzoeken
29 werkzoeken
30 werkzoeken
31 werkzoeken
32 werkzoeken
33 werkzoeken
34 werkgezocht
35 werkgezocht
36 werkgezocht
37 werkgezocht
38 werkgezocht
39 werkgezocht
40 werkzoeken
41 werkzoeken
42 werkzoeken
43 werkzoeken
44 werkzoeken
45 werkzoeken
46 werkgezocht
47 werkgezocht
48 werkgezocht
49 werkgezocht
50 werkgezocht
51 werkgezocht
52 werk
Werk (2) | Adjective
Werk