French ⇄ Dutch

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z À Á Â Æ Ç É È Ê Ë Î Ì Í Ï Ñ Ó Ò Ô Œ Û Ü Ú Ù Ÿ   >>

Terms for subject Finances (28117 entries)

abattement pour personnes âgées	aftrek voor ouderen
abattement pour personnes âgées	ouderdomsaftrek
abattement pour personnes invalides	aftrek voor invaliden
abattement spécial au titre de la formation	extra scholingsaftrek
abattement supplémentaire pour activités rémunérées	arbeidstoeslag
abattement supplémentaire pour le travail	arbeidstoeslag
abattement supplémentaire pour parent seul	alleenstaande ouder-toeslag
abattement sur le prélèvement	aftrek op de heffing
abolition des frontières fiscales	opheffing van de belastinggrenzen
abondance de l'épargne	omvangrijke besparingen
abonder	aanvullen, uittrekken, overdragen, verstrekken ...
abrogation	wissen
abroger le règlement financier	het Financieel Reglement intrekken
absence de règlement	het mislukken van de afwikkeling
absence de règlement	mislukte afwikkelingsoperatie
abus	misbruik
abus de position privilégiée	misbruik van de bevoorrechte positie
accaparer	opkopen
accélération de l'adaptation	versnellen van de aanpassing
accentuation de la conjoncture	procyclisch effect