| |||
beleren hebben; bezig zijn (met-чем-л.); de hele dag in touw zijn; doende zijn; zich onledig houden met (чем-л.) | |||
liggen (чем-л.) | |||
in de weer zijn (bv.: Van 's ochtends tot 's avonds waren we in de weer Stasje) | |||
| |||
doende (ЛА) |
быть занятым : 5 phrases in 2 subjects |
Figurative | 1 |
General | 4 |