| |||
vastklemmen; afhechten (нитку, петлю); bevestigen; stroppen (петлей); vastmaken; vastzetten; verankeren; bezegelen (Hun standplaats buiten de maatschappij en hun liefde voor gokken schept een band die ze bezegelen met de absurde weddenschap -- Нахождение их вне общества и любовь к азартным играм формируют связь, которую они закрепляют абсурдным пари Janneke Groeneveld) | |||
planten | |||
aanbinden; inpikken | |||
fixeren | |||
| |||
verankeren |