| |||
aandikken; bluffen; iets breed uitmeten; chargeren; flatteren; grootspreken; opschroeven; opsnijden; overdrijven; tot uitersten vervallen; met overdrijving zeggen (ik kan met een beetje overdrijving zeggen, dat... ( С небольшим преувеличением могу сказать, что..) Родриго); overtrekken (Сова) | |||
opblazen; iets te sterk kleuren; opkloppen (een opgeklopt verhaal apraet) | |||
| |||
mooipraten |
преувеличивать : 1 phrase in 1 subject |
General | 1 |