| |||
neerslagen (Veronika78); kluppelen; iem. er van langoor geven (кого-л.); klop geven; kloppen; knauwen; knuppelen; iem. op zijn ziel slaan (кого-л.); opspuiten (о струе воды, о фонтане); ranselen; rossen; steken (острогой); stompen; toeslaan; touwen; turven; iem. wat op zijn ribbenkast geven (кого-л.); beuken; treffen (ms.lana); slachten; slaan (inkeri) | |||
slaan (alenushpl); nemen (alenushpl) | |||
priegelen ( : vlaamswoordenboek.be Сова); overkafzakken (Сова) | |||
meppen | |||
dragen | |||
| |||
bonzen (о сердце); kampen; kloppen (о сердце); popelen; schermen (на рапирах и т.п.); slaan (о сердце); spartelen (о рыбе); tiktakken (о сердце); vechten; worstelen (met - над чем-либо (задачей и т.д.) IMA); treffen (ms.lana); strijden | |||
| |||
bit | |||
| |||
tikken (ЛА) | |||
| |||
doorslaan |
бить : 80 phrases in 7 subjects |
Card games | 1 |
Education | 1 |
Figurative | 1 |
General | 73 |
Idiomatic | 2 |
Obsolete / dated | 1 |
Sports | 1 |