| |||
aankomen; aanmarcheren; aanrukken; aanwandelen; benaderen; bijkomen; genaken (к чему-л.); in aantocht zijn; naderen; naken; op komst zijn; ophanden zijn; toenaderen; bijlopen (Сова); aanlopen (ms.lana); opdoemen (alenushpl); toekomen naar (Сова) | |||
aanvaren | |||
| |||
aanhalen; bijhalen; bijtrekken | |||
| |||
aantocht (Сова) |
приближаться : 23 phrases in 3 subjects |
Figurative | 1 |
General | 18 |
Nautical | 4 |