| |||
inspecteur van politie; politieinspecteur m | |||
inspecteur m | |||
markeerder van fouten; glassorteerder; steekproefcontroleur m; fouten-aanduider; glascontroleur m; glaskeurder m | |||
controleur tuftingartikelen; naziener | |||
opzichter m | |||
| |||
Inspecteur m; Inspecteur der Intendance; Cavalerie f; Wapen der Cavalerie; Inspecteur der Genie; Inspecteur der Infanterie; Inspecteur der Opleidingen; Inspecteur van het Vervoerswezen; Inspecteur der Militaire Muziek; keurmeester m | |||
inspecteur m | |||
| |||
kwaliteitscontroleur | |||
English thesaurus | |||
| |||
ins; insp; inspr |
inspector: 152 phrases in 23 subjects |