| |||
beslissend; cruciaal (Olana); doorslaggevend | |||
| |||
afhandelen; behandelen (вопрос); beslissen; besluiten; een besluit nemen; ontknopen; ontwarren; uitmaken; uitwerken (задачу); uitwijzen | |||
oplossen | |||
voor het zeggen hebben (Сова); voor het zeggen hebben (je heb't voor het zeggen: выбирай сам; решай сам; слово за тобой Сова) | |||
| |||
aandurven; besluiten; een besluit nemen |
решающий: 38 Phrasen in 6 Thematiken |
Allgemeine Lexik | 18 |
Antennen und Wellenleiter | 1 |
Idiomatisch | 2 |
Mathematik | 14 |
Statistik | 1 |
Übertragen | 2 |